Oeteldonk: verschil tussen versies

Uit Oetelpedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 12: Regel 12:
  
 
Een '''vierde''' en laatste maar nog niet verder onderzocht gegeven is de mogelijke connectie met buurtschap “Oetendonk” waarvan sprake is in het huisarchief Stapelen. Daarin bevindt zich een legger van de “Gebuerchijns uit de gemeint Oetendonk, 1666-1706
 
Een '''vierde''' en laatste maar nog niet verder onderzocht gegeven is de mogelijke connectie met buurtschap “Oetendonk” waarvan sprake is in het huisarchief Stapelen. Daarin bevindt zich een legger van de “Gebuerchijns uit de gemeint Oetendonk, 1666-1706
 +
 +
'''Bron:''' Tekst door [[Rob van de Laar]] aan Oetelpedia ter beschikking gesteld

Versie van 3 mrt 2009 om 21:24

Oeteldonk is de naam van 's-Hertogenbosch tijdens carnaval. 's-Hertogenbosch is dan een dorp: 't durp Oeteldonk. Oeteldonk omvat alleen de oude stad 's-Hertogenbosch. De dorpen Empel, Engelen, Hintham, Bokhoven en Rosmalen, die ook bij de gemeente 's-Hertogenbosch horen, hebben ieder hun eigen carnavalsleven.

Herkomst naam Oeteldonk

De herkomst van de naam is niet geheel bekend. “Donk” is een toponiem voor een “hoge droge plek in het moeras”. Dat komt overeen met de locatie van de stad ‘s-Hertogenbosch die haar militaire kracht ontleende aan het feit dat ze temidden van moerasgebieden lag. Bij gebrek aan relevant historisch bewijs is er thans een viertal mogelijke verklaringen in omloop.

De eerste en meest gebruikte is die van de veronderstelling dat een “Oetel” een kikvorsch zou zijn, een veelvoorkomend dier in de moerassen rondom de stad, zeker in die tijd. Er is echter geen enkele etymologische grond voor te vinden en dus moet dit naar het land der fabelen worden verwezen.

De tweede vermoedelijke maar meest voor de hand liggende gedachte is die van de veronderstelling dat “Oetel” afkomstig zou zijn van “van den Oetelaar”, een veelvoorkomende naam in Den Dungen, geboorteplaats van de eerdergenoemde Bossche bisschop, Mgr. Godschalk. Een schertsende verwijzing dus naar de man die zich had uitgesproken tégen het vastenavondvieren van de Bosschenaren.

Een derde verklaring zou gezocht kunnen worden in het verhaal van de Griekse godin Leto. Leto, die de minares van de god Zesu was, werd door de door jaloezie gedreven godin Hera, de eigenlijke echtgenote van Zeus, verbannen uit de godenhemel. Dwalend over het land wilde zij met haar kinderen Artemis en Apollo wat drinken bij een vijver. Daar werd zij echter beschimpt door boeren die bovendien de modder in de moerassige vijver omwoelden zodat het ondrinkbaar werd. Op verzoek van Leto veranderde Zeus de boeren in kikkers zodat zij ten eeuwigen dage in het moeras moesten kwaken. In een gedicht van de Romeinse dichter Ovidius hierover schrijft hij in een alliterend vers: “Quamvis sint sub aqua, sub aqua maledicere temptant” (hoewel zij onder water zijn, trachten zij nog steeds te schimpen”. Als men nu de naam “Leto” omdraait dan zou dat “Otel” zijn, met een beetje fantasie dus “Oetel”. Het feit dat de oprichters uit een milieu kwamen waar verscheidene van hen de klassieke opleiding van het Gymniasium gevolgd zullen hebben en wellicht bekend waren met dit gegeven, alsmede dat het omdraaien van woorden (zie “Reksam” in de naam van Z.K.H.Amadeiro hetgeen omgedraaid “masker” is) gewoongoed waren, alsmede de gegevens van “boeren” “beschimpen of parodiëren” “Moerassen” en “kikkers” in het verhaal doen het vermoeden bevestigen, al lijkt het ver gegrepen.

Een vierde en laatste maar nog niet verder onderzocht gegeven is de mogelijke connectie met buurtschap “Oetendonk” waarvan sprake is in het huisarchief Stapelen. Daarin bevindt zich een legger van de “Gebuerchijns uit de gemeint Oetendonk, 1666-1706

Bron: Tekst door Rob van de Laar aan Oetelpedia ter beschikking gesteld