Oeteldonks Volkslied: verschil tussen versies

Uit Oetelpedia
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(9 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Het Oeteldonks volkslied wordt gespeeld en/of gezongen tijdens officiele Oeteldonkse gebeurtenissen. Het is geschreven door [[Driek Pakaon]] en gecomponeerd door [[Hannes Krassert]] in 1884.  
[[Categorie:Liedtekst]]
* Titel: Oeteldonks Volkslied
* Tekst: Veldwachter [[Driek Pakaon]]
* Muziek: Hofkapelmeester [[Hannes Krassert]]
* Club: [[Oeteldonksche Club van 1882]]
* [https://open.spotify.com/track/47o3ubr8MCFLXjH2logL0P Spotify]
Het Oeteldonks Volkslied wordt gespeeld en/of gezongen tijdens officiële Oeteldonkse gebeurtenissen.
Het is in 1884 geschreven door Veldwachter Driek Pakaon en gecomponeerd door Hofkapelmeester
Hannes Krassert, een pseudoniem voor [[Martinus Bouman]]. De eerste strofe wordt voornamelijk
gezongen bij officiële gelegenheden: zoals aankomst in Oeteldonk, start van Oeteldonkse activiteiten en
bij binnenkomst van Prins [[Amadeiro]] Ricosto di Carnavallo, Ridder van het Reksam, Heer en Meester
van Oeteldonk en deszelfs omliggende watervrije moerassen en zandwoestijnen enz. enz. enz..
Het is goed gebruik dat de Oeteldonkers daarbij hun pet/hoofddeksel afzetten.
Op zondagochtend in Oeteldonk Centraol wordt aanvullend het Prinsenlied ten gehore gebracht.


== Oeteldonks Volkslied==


De tekst van het Oeteldonks volkslied luidt als volgt:
'''O, Pronkjuweel van heel deez’ Aard,'''
'''Ons dierbaar Oeteldonk,'''
'''Door niets en nimmer evenaard,'''
'''Geen naam, die schooner klonk!'''
'''Geen naam, die schooner klonk!'''
'''Waar is op gansch het wereldrond'''
'''Een watervrij moeras,'''
'''Zóó schoon als, waar onz’ wieg eens stond,'''
'''De Oeteldonksche plas ?'''
'''De Oeteldonksche plas ?'''


'''1e couplet'''<br>
Wat vruchtb’re akkers, rijk beplant
O pronkjuweel van heel deez’ aard<br>
met knollen en radijs,
Ons dierbaar Oeteldonk<br>
Wat bergen van het schoonste zand
Door niets en nimmer evenaard<br>
in ’t Noordbrabantsch Paradijs !
Geen naam die schooner klonk (bis)<br>
In ’t Noordbrabantsch Paradijs !
Waar is op gansch het wereldrond<br>
Een wijs bestuur, dat spreekt van zelf,
Een watervrij moeras<br>
voegt aan zoo’n lustwarand!
Zoo schoon als waar ons wieg eens stond<br>
De Oeteldonksche „Raad van Elf”,
De Oeteldonkse plas (bis)<br>
wordt gek haast van verstand !
<br>
wordt gek haast van verstand !
'''2e couplet'''<br>
 
Wat vruchtb're akkers, rijk beplant<br>
En eens in ’t jaar, met Carnaval,
Met knollen en radijs,<br>
viert men bij zang en glas,
En bergen van het schoonste zand<br>
een jolig, prettig narrenfeest,
In 't Noordbrabantse Paradijs ! (bis)<br>
in ’t watervrij moeras !
Een wijs bestuur, dat spreekt vanzelf,<br>
In ’t watervrij moeras !
Voegt aan zo'n lustwarand<br>
Bescherm, O Prins, de Carnaval,
De Oeteldonkse Raad van Elf<br>
dit Oeteldonksche feest,
Wordt gek haast van verstand. (bis)<br>
Dan heerscht er vreugde overal,
<br>
naar lichaam en naar geest !
'''Solo'''<br>
Naar lichaam en naar geest !
Prins Carnaval, ons aller Vorst<br>
Voor U zij onze zang!<br>
O, blijv' voor Oeteldonk gespaard! (3x)<br>
Nog vele jaren lang.<br>
Als gij U aan uw volk vertoont,<br>
Gaat er een juichkreet op. (bis)<br>
Dan is er feest in Oeteldonk,<br>
't is feest (bis)<br>
De vreugde stijgt ten top.<br>
<br>
'''3e couplet'''<br>
En eens in 't jaar met Carnaval<br>
Viert men met zang en glas,<br>
Een jolig, prettig narrenfeest<br>
In 't watervrij moeras. (bis)<br>
Bescherm, O Prins, de Carnaval,<br>
Dit Oeteldonkse feest,<br>
Dan heerst er vreugde overal<br>
Naar lichaam en naar geest. (bis)<br>
''

Huidige versie van 13 nov 2025 om 12:27

Het Oeteldonks Volkslied wordt gespeeld en/of gezongen tijdens officiële Oeteldonkse gebeurtenissen.
Het is in 1884 geschreven door Veldwachter Driek Pakaon en gecomponeerd door Hofkapelmeester
Hannes Krassert, een pseudoniem voor Martinus Bouman. De eerste strofe wordt voornamelijk
gezongen bij officiële gelegenheden: zoals aankomst in Oeteldonk, start van Oeteldonkse activiteiten en
bij binnenkomst van Prins Amadeiro Ricosto di Carnavallo, Ridder van het Reksam, Heer en Meester
van Oeteldonk en deszelfs omliggende watervrije moerassen en zandwoestijnen enz. enz. enz..
Het is goed gebruik dat de Oeteldonkers daarbij hun pet/hoofddeksel afzetten.
Op zondagochtend in Oeteldonk Centraol wordt aanvullend het Prinsenlied ten gehore gebracht.

Oeteldonks Volkslied

O, Pronkjuweel van heel deez’ Aard,
Ons dierbaar Oeteldonk,
Door niets en nimmer evenaard,
Geen naam, die schooner klonk!
Geen naam, die schooner klonk!
Waar is op gansch het wereldrond
Een watervrij moeras,
Zóó schoon als, waar onz’ wieg eens stond,
De Oeteldonksche plas ?
De Oeteldonksche plas ?
Wat vruchtb’re akkers, rijk beplant
met knollen en radijs,
Wat bergen van het schoonste zand
in ’t Noordbrabantsch Paradijs !
In ’t Noordbrabantsch Paradijs !
Een wijs bestuur, dat spreekt van zelf,
voegt aan zoo’n lustwarand!
De Oeteldonksche „Raad van Elf”,
wordt gek haast van verstand !
wordt gek haast van verstand !
En eens in ’t jaar, met Carnaval,
viert men bij zang en glas,
een jolig, prettig narrenfeest,
in ’t watervrij moeras !
In ’t watervrij moeras !
Bescherm, O Prins, de Carnaval,
dit Oeteldonksche feest,
Dan heerscht er vreugde overal,
naar lichaam en naar geest !
Naar lichaam en naar geest !