De Prins en zijn Adjudant

• Titel: De Prins en zijn Adjudant
• Tekst: Peter Snels
• Muziek: Piet Odems
• Arrangement: Piet Odems
• 01-01-1993

De Prins en zijn Adjudant

Refrein:
De Prins en zijn Adjudant,
Zo’n stel ziede nergens in ut land.
De sterren van ons Pronkjuweel,
Die dragen trots ut rood wit geel.
Je Oetelhart staot mee in brand,
Met oewen bloeddruk krèdde trammelant,
Wij houden van die twee,
Prins Amadeiro en zijn Adjudant.

Couplet:
Wie stelen de harten in Oeteldonk?
Bij wie vuulde altijd weer die-un vonk?
Wie is heerser van reksam en moeras?
En zijn rechterhand in de Oetelplas?
Veur wie blaozen de clubkes hil spontaan,
As ze ’s-Middags Knillis onthullen gaan?
Wie hebben ut met strenge vorst nooit koud?
Omdèt heel ons Oeteldonk van ze houdt?

Refrein:
De Prins en zijn Adjudant,
Zo’n stel ziede nergens in ut land.
De sterren van ons Pronkjuweel,
Die dragen trots ut rood wit geel.
Je Oetelhart staot mee in brand,
Met oewen bloeddruk krèdde trammelant,
Wij houden van die twee,
Prins Amadeiro en zijn Adjudant.

Couplet:
Als zij ’s-Zondags aankomen op’t station,
Dan schijnt as vaneigus opeens de zon,
Ut water verandert ineens in bier,
Muziekskes die speulen met veul plezier.
Ze speulen de Hendjes en Zak mar deur,
Dèe gaot zo drie dagen, het wordt gin sleur.
En ieder in Oeteldonk zingt dan mee,
We zijn echt mesjokke op alle twee.

Refrein:
De Prins en zijn Adjudant,
Zo’n stel ziede nergens in ut land.
De sterren van ons Pronkjuweel,
Die dragen trots ut rood wit geel.
Je Oetelhart staot mee in brand,
Met oewen bloeddruk krèdde trammelant,
Wij houden van die twee,
Prins Amadeiro en zijn Adjudant.

Refrein:
De Prins en zijn Adjudant,
Zo’n stel ziede nergens in ut land.
De sterren van ons Pronkjuweel,
Die dragen trots ut rood wit geel.
Je Oetelhart staot mee in brand,
Met oewen bloeddruk krèdde trammelant,
Wij houden van die twee,
Drie dagen lang, mun hart verpand,
Aan onze Prins en Adjudant.